Gods tijdlijn: wat gebeurt er in de eindtijd?

Voordat wij ons spitsen op de opname van de gemeente en de wederkomst van Christus, behandelt dit hoofdstuk de verschillende gebeurtenissen op Gods tijdlijn. Het is van belang om deze tijdlijn goed in ons achterhoofd te houden, aangezien dit helpt om Gods wegen en plannen te ontdekken. Na de tijdlijn behandelen wij de gebeurtenissen die zijn plaatsgevonden en gaan plaatsvinden. Aangezien ik niet weet wanneer de opname plaatsvindt, heb ik het jaar ingesteld op +/- 2.000 jaar. De opname kan vandaag plaatsvinden maar het kan ook jaren duren. God beslist wanneer dit gebeurt en heeft dit moment tegen niemand gezegd (Marcus 13:32).

Schepping en zondeval

De Bijbel leert dat de mens is geschapen door God, terwijl de wetenschap een ander verhaal vertelt. De wetenschap verkondigt een leer waar God wordt weggelaten en de mens per toeval is ontstaan. Door een knal die 13,8 miljard jaar geleden plaatsvond, is het heelal met ontelbaar vele sterren, planeten, kometen en andere hemellichamen ontstaan. Dit is al moeilijk voor te stellen, maar de wetenschap zegt er nog iets bij: die knal ontstond uit het niets en vond plaats in een gebied kleiner dan een flessendop. Ik vind het bijzonder dat een knal zorgt voor mooie sterren en planeten. Als ik een rotje in mijn huis afsteek, is de kans groter dat mijn huis erop achteruitgaat in plaats van erop vooruitgaat. Ik geloof dat de wetenschap dit verhaal vertelt, omdat zij niet wil geloven in een God. Want als er een God bestaat, dan betekent dit dat ieder mens verantwoording moet afleggen voor deze God, wat een angstige gedachte kan zijn.

De Bijbel vertelt in het eerste vers van Genesis hoe de aarde en de hemel wél zijn ontstaan, namelijk: ‘In het begin schiep God de hemel en de aarde’. En in Psalm 90:2 staat ‘Al vóór de bergen geboren waren en U de aarde en de wereld voortgebracht had, ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid bent U God.’ In de eerste plaats hebben wij God, die voor eeuwig bestaat. Hij was er voordat de aarde gemaakt was en zal altijd blijven bestaan. In de tweede plaats heeft God de hemel en de aarde en alles wat daarin is gemaakt. Het begon op dag 1 met het verschijnen van het licht en op dag 6 was God klaar met de schepping van de mens.

Toen vormde de HEERE God de mens uit het stof van de aardbodem en blies de levensadem in zijn neusgaten; zo werd de mens tot een levend wezen.’ (Genesis 2:7)

Ik besef mij nauwelijks wat in Genesis 2:7 staat. God begon zijn scheppingsweek met Zijn stem: ‘God sprak, en het was er.’ Maar toen de dagen vorderde, gebruikte Hij steeds vaker Zijn scheppende handen. In Genesis 1:21 en 1:25 lezen wij dat God de dieren maakte en wij lezen in Genesis 2:7 dat God de mens vormde uit het stof en Zijn levensadem in zijn neusgaten blies. God werkte toe naar Zijn kroon op de schepping, de mens. God verlangde ernaar om mensen te maken naar Zijn Evenbeeld, mensen die op Hem lijken (Genesis 1:26), mensen waarmee Hij een persoonlijke relatie mee wil aangaan (Openbaring 3:20), mensen die met Hem wandelen (Genesis 5:22), mensen die Hem gehoorzamen (Efeze 5:1), mensen die met Hem willen trouwen (2 Korintiërs 11:2) en mensen die Hem erkennen als hun Vader (Romeinen 8:15). God verlangde niet naar dienaren of slaven, God verlangde naar een relatie met de mens en noemt de mensen die Hem gehoorzamen ‘Mijn vrienden’ (Johannes 15:13-15).

God maakte de mens. Hij begon met Adam en Eva en plaatsten hen in de hof van Eden. Maar hier bleef het niet bij, Gods verlangen ging uit naar meer mensen en God bleef mensen maken. Deze nieuwe mensen formeerde Hij niet met het stof van de aarde, maar werden gemaakt in de buik van zwangere vrouwen, waar koning David de volgende Psalm over schreef:

Want Ú (God) hebt mijn nieren geschapen,
mij in de schoot van mijn moeder geweven.
Ik loof U omdat ik ontzagwekkend wonderlijk gemaakt ben;
wonderlijk zijn Uw werken,
mijn ziel weet dat zeer goed.
Mijn beenderen waren voor U niet verborgen,
toen ik in het verborgene gemaakt ben
en geborduurd werd in de laagste plaatsen van de aarde.
Uw ogen hebben mijn ongevormd begin gezien,
en zij alle werden in Uw boek beschreven,
de dagen dat zij gevormd werden,
toen er nog niet één van hen bestond.
(Psalm 139:13-16)

David schreef deze Psalm over zichzelf en ik geloof dat deze Psalm ook op onze levens toepassing heeft. God is degene die jou gemaakt heeft in de buik van jouw moeder. God is degene die al je organen geschapen heeft en jou de levensadem en de ziel heef gegeven. Het was Gods verlangen dat jij bestaat en leeft. God was zo blij met jou, dat zelfs jouw ongevormd begin in Zijn boek staat beschreven. Je hebt geen actieve herinnering aan jouw tijd in de baarmoeder, maar God heeft elke dag opgeschreven in Zijn boek. God kent jou beter dan dat jij jezelf kent. Het is Gods verlangen dat jij ook Hem kent en jouw leven met Hem deelt, waardoor een liefdesrelatie tot stand komt waarbij gehoorzaamheid, geloven en trouw hand in hand gaan.

Om deze reden heeft God de mens geschapen en in Genesis 3 lezen wij over de tijd die Adam en Eva met God doorbrachten. Adam en Eva wandelden met God in de hof van Eden en spraken met Hem (Genesis 3:8). Adam en Eva hadden een relatie met God en konden in Zijn nabijheid komen. Hoe kan het dat wij vandaag afgezonderd van God leven en niet in Zijn nabijheid kunnen komen?

Ik heb een paar jaar geleden het volgende meegemaakt. Ik sliep in mijn slaapkamer en ik werd ineens wakker. Ik merkte dat Gods Geest aanwezig was en ik merkte dat ik door Zijn Geest werd vervuld. Het begon met een eerste golf van Zijn liefde, daarna kwam er nog een golf, en nog een golf, en nog een golf. Steeds meer ervaarde ik Gods Geest in mij en ik kwam tot het besef dat mijn lichaam niet meer liefde van God kon bevatten en ik moest tegen God zeggen: ‘Stop alstublieft, want anders val ik nog dood neer!’ Mijn lichaam kan Gods liefde en heiligheid niet verdragen, want mijn lichaam is slecht en zondig. Doordat ik zondig, kan God zich niet voor 100% openbaren in mijn aardse lichaam. Om dit wel te kunnen, heb ik een nieuw lichaam nodig, een onvergankelijk lichaam dat op het lichaam van de Here Jezus lijkt.

Ons burgerschap is echter in de hemelen, waaruit wij ook de Zaligmaker verwachten, namelijk de Heere Jezus Christus, Die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het gelijkvormig wordt aan Zijn verheerlijkt lichaam, overeenkomstig de werking waardoor Hij ook alle dingen aan Zichzelf kan onderwerpen.’ (Filippenzen 3:20-21)

Maar hoe kan het dat Adam en Eva wel met God konden wandelen? God is liefde, en doordat God een liefdevolle God is, wil Hij de mens, Adam en Eva, de keuze geven om met Hem te wandelen of om een eigen leven te leiden.

En de HEERE God gebood de mens: Van alle bomen van de hof mag u vrij eten, maar van de boom van de kennis van goed en kwaad, daarvan mag u niet eten, want op de dag dat u daarvan eet, zult u zeker sterven.’ (Genesis 2:16-17)

Het was letterlijk het paradijs op aarde en Adam en Eva mochten alles doen en ze mochten van bijna alle bomen eten. God wilde dat de mens een vrije wil kreeg. Daarom mocht de mens kiezen om God ongehoorzaam te zijn en iets te doen waardoor hij van zal sterven. Met deze keuze gaf God de mens vrijheid in zijn beslissing om met God te wandelen, om God trouw te zijn en Hem te gehoorzamen. God maakte geen robots die verplicht waren Hem te dienen, God maakte mensen die het besluit mogen nemen om God te gehoorzamen. Ik verlang ook naar mensen die van mij houden omdat het hun eigen keuze is en niet omdat zij zich verplicht voelen om van mij te houden. Daarnaast kan ik geen vreugde vinden om mijn telefoon in te stellen zodat hij om het uur zegt: ‘Ik hou van jou’. Ik wil dat deze woorden alleen worden uitgesproken als iemand het meent. Ik denk dat dit ook voor God geldt en dat Hij daarom dit gebod aan Adam heeft opgelegd, waardoor hij een keuze kreeg om God te (on)gehoorzamen.

Vervolgens liep Eva door de hof en plotseling zag zij een slang die tegen haar begon te praten. De slang is een verschijningsvorm van Satan (Openbaring 12:9) en Satan wil de mens verleiden om in opstand tegen God te komen. Dit doet hij voornamelijk door te liegen, te bedriegen en het verdraaien van de waarheid (Johannes 8:44). In de eerste hoofdstukken van Genesis zien wij dit voor het eerst gebeuren in het gesprek van Eva met de slang. De slang zei: ‘Is het echt zo dat God gezegd heeft: U mag niet eten van alle bomen in de hof?’ (Genesis 3:1) In dit vers zien wij de leugen van de slang, want dit is niet wat God had gezegd. Eva zei dit ook: ‘Van de vrucht van de bomen in de hof mogen wij eten, maar van de vrucht van de boom die in het midden van de hof staat, heeft God gezegd: U mag daarvan niet eten en hem niet aanraken, anders sterft u.’ (Genesis 3:2). ‘Toen zei de slang tegen de vrouw: U zult zeker niet sterven. Maar God weet dat, op de dag dat u daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden en dat u als God zult zijn, goed en kwaad kennend.’ (Genesis 3:4-5) In feite was dit geen 100% leugen van de slang. Want het is waar, de ogen van Adam en Eva zullen opengaan en zij zullen kennis van goed en kwaad krijgen als zij van de vrucht eten. Alleen ‘vergat’ de slang één ding te zeggen: ‘Het zal verschrikkelijk zijn als jullie ogen opengaan en jullie kennis krijgen van goed en kwaad,’ want nadat Adam en Eva van de vrucht hadden gegeten, gingen hun ogen open en zagen zij dat zij naakt waren. Dit gaat niet over een lichamelijk naaktheid of het geactiveerd worden van seksuele gevoelens, maar om het missen van bescherming en het ervaren van schaamte en leegte. Adam en Eva ervaarden dat iets van hen was weggenomen, zodat zij niet meer goed waren en zij begonnen zich voor elkaar en voor God te schamen. Hier bleef het niet bij, want deze schaamte zorgde voor angst en zij durfden niet meer God onder ogen te komen (Genesis 3:10). Hun goedheid en bescherming was weggevallen en het is onmogelijk om nog langer met God te wandelen. Dit geldt niet alleen voor Adam en Eva, maar voor iedere mens (Romeinen 5:19). Door de ongehoorzaamheid van Adam en Eva is het niet meer mogelijk om met God te wandelen, en daardoor lezen wij dat Adam en Eva werden weggestuurd uit de hof van Eden.

Hij (God) verdreef de mens, en plaatste ten oosten van de hof van Eden de cherubs met een vlammend zwaard, dat heen en weer bewoog, om de weg naar de boom des levens te bewaken.’ (Genesis 3:24)

Voordat wij verder gaan naar de volgende gebeurtenis van de tijdlijn wil ik nog één vraag beantwoorden over de zondeval, en dat is: Waarom moesten Adam en Eva persé God verlaten? Het ‘simpele’ antwoord is: God is heilig en de mens is onrein. Maar wat betekent dit precies? Wij gaan dit praktisch maken door het volgende voorbeeld:

Je hebt in een klein dorp in het zuiden van Nederland twee mensen: Kees en Margriet. Zij houden ontzettend veel van elkaar. Margriet helpt altijd mee in de keuken van de daklozenopvang en zorgt ervoor dat iedereen lekker te eten krijgt. Daarnaast zorgt zij goed voor het dorp en iedereen in het dorp heeft haar lief. Margriet heeft altijd haar horloge om. Dit horloge heeft zij geërfd van haar opa en iedereen in het dorp weet dat Margriet niet zonder haar horloge kan en dat dat haar kostbaarste bezit is. Margriet wil op een dag koken voor de daklozen en vraagt aan Kees om op het horloge te passen. Kees wil dit graag doen en neemt het horloge in ontvangst. Alleen krijgt Kees het plan om het horloge van Margriet te verkopen in Amsterdam. Kees reist met de trein naar Amsterdam en verkoopt het horloge in een juwelierszaak voor 2.500 euro. De volgende dag komen Kees en Margriet elkaar tegen in het dorp en Margriet vraagt aan Kees: ‘Heb jij mijn kostbare horloge nog?’ Hoe denk jij dat Kees zich voelt? Zou zijn hart niet verscheurd worden door het onrecht dat hij haar heeft aangedaan? Ik denk dat Kees Margriet zoveel mogelijk wil ontwijken en dat hij spijt krijgt om wat hij heeft gedaan.

Ik denk dat dit gevoel ook aanwezig was bij Adam en Eva, alleen dan nog veel erger. Want God, die buitengewoon goed en lief is, wordt onrecht aangedaan doordat Adam en Eva tegen Hem zondigden.

Het oude testament

Adam en Eva moesten de hof van Eden verlaten en leefden op de aarde. Adam en Eva kregen zonen en dochters (Genesis 5:4) en Genesis 4 begint met het verhaal van twee zonen: Kaïn en Abel. In dit verhaal lezen wij over de eerste moord die op aarde is gepleegd. Kaïn werd erg boos dat God niet zijn offer aannam, maar wel die van Abel (Genesis 4:5). Kaïn besloot om Abel te vermoorden en ging samen met zijn broer op het veld en doodde hem (Genesis 4:8). De mens, die naar Gods evenbeeld was geschapen, is een moordenaar geworden, terwijl in Gods gedachte nooit iets duisters wordt bedacht (1 Johannes 1:5). Als wij het hele oude testament doorlopen, dan zien wij het verhaal van veel mensen. De ene mens was beter dan de andere, maar iedereen heeft iets verkeerd gedaan in zijn of haar leven. Dit staat in Romeinen 3:12: ‘Allen (de mensen) zijn zij afgedwaald, samen zijn zij nutteloos geworden. Er is niemand die goeddoet, er is er zelfs niet één.’ Dit zorgt voor een groot probleem, want iedereen heeft verkeerd gehandeld en dit moet door God geoordeeld worden. God is naast een lieve God ook een heilige en rechtvaardige God en Hij kan onze zonden niet door de vingers zien. Denk bijvoorbeeld aan Adolf Hitler. Hitler was één van de slechtste personen die op aarde heeft geleefd en hij was de leider van Duitsland tijden de tweede wereldoorlog. Tijdens deze oorlog zijn 50 tot 80 miljoen mensen gesneuveld en rond de 6 miljoen Joden zijn vergast in concentratiekampen. Het is één van de zwartste bladzijden van de menselijke geschiedenis en vandaag is nog steeds de pijn zichtbaar. Toen Hitler erachter kwam dat hij de tweede wereldoorlog ging verliezen, besloot hij om zelfmoord te plegen. Hij nam een gifpil, schoot zichzelf door het hoofd en gaf aan zijn naaste medewerkers de opdracht om zijn lichaam te verbranden. Zo ontliep Hitler het oordeel op aarde. De mens heeft, net als God, een rechtvaardigheidsgevoel. De mens wil dat de slechte mensen worden gestraft en geoordeeld door de rechtbank. Maar veel slechte mensen, zoals Hitler, ontlopen de menselijke rechtbank doordat zij zijn overleden of zichzelf van het leven hebben beroofd. Voor veel mensen geeft dit verdriet en onbegrip omdat er geen recht wordt gedaan. Wat al deze mensen niet beseffen is dat God bestaat en dat God een rechtvaardigheidsgevoel heeft en daardoor gaat oordelen over alle doden in een hemelse rechtbank. Iedereen die niet in het boek van het leven staat (de volgelingen van Jezus) verschijnt voor deze rechtbank en krijgt zijn straf te horen. De Here Jezus is de rechter (Johannes 5:22) en oordeelt over de zonden van de mensen. Alleen, ieder mens is afgedwaald en heeft fout gehandeld en dat betekent dat iedereen straf verdient. Deze straf is voor iedereen gelijk en dit lezen wij in Openbaring 20.

‘En ik zag de doden, klein en groot, voor God staan. En de boeken werden geopend en nog een ander boek werd geopend, namelijk het boek des levens. En de doden werden geoordeeld overeenkomstig wat in de boeken geschreven stond, overeenkomstig hun werken. En de zee gaf de doden die in haar waren. Ook de dood en het rijk van de dood gaven de doden die in hen waren, en zij werden geoordeeld, ieder overeenkomstig zijn werken. En de dood en het rijk van de dood werden in de poel van vuur geworpen. Dit is de tweede dood. En als iemand niet bleek ingeschreven te zijn in het boek des levens, werd hij in de poel van vuur geworpen.’ (Openbaring 20:12-15)

Het nieuwe testament: Jezus op aarde

De mensen worden geoordeeld en degenen die rechtvaardig hebben gehandeld mogen met God wandelen en degenen die fout hebben gehandeld worden in de poel van vuur geworpen. Er is niemand die rechtvaardig is door het naleven van de wet (Galaten 2:16). Dit houdt in dat iedereen het verdient om in de poel van vuur te worden gegooid. Maar gelukkig heeft God een plan bedacht, waardoor er vrijspraak mogelijk is.

‘Maar nu is zonder de wet gerechtigheid van God geopenbaard, waarvan door de Wet en de Profeten is getuigd: namelijk gerechtigheid van God door het geloof in Jezus Christus, tot allen en over allen die geloven, want er is geen onderscheid. Want allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God, en worden om niet gerechtvaardigd door Zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus.’ (Romeinen 3:21-24)

Paulus zegt dat het geloof in Jezus Christus ervoor zorgt dat wij gerechtvaardigd worden. Dit komt enkel en alleen tot stand door Gods genade en het werk dat de Here Jezus op aarde heeft gedaan. Het nieuwe testament vertelt ons over de Here Jezus. Het begint met de vier evangeliën, waarin de verhalen en preken staan van de Here Jezus, en eindigt met de verschillende brieven van de apostelen die Jezus hebben gezien. In deze paragraaf bekijken wij wie Jezus was, waarom Hij leefde op aarde en wat de mens moet geloven om aanspraak te maken op de gerechtigdheid van God. Voordat wij in dit boek ingaan op de wederkomst van Jezus is het belangrijk om te weten wie Jezus eigenlijk is en hoe Zijn eerste komst op aarde verliep.

Voordat de Here Jezus op aarde kwam, was Hij God. Jezus was degene die ons formeerde uit het stof van de aarde en ons leven inblies (1 Johannes 1:1-3 en Kolossenzen 1:15-16). Jezus was niet alleen God, want naast Hem zijn er nog twee persoonlijkheden: God de Vader en de Heilige Geest. Deze drie persoonlijkheden vormen één God: de Drie-eenheid. God zag dat de mensen het niet lukten om goed te leven (Genesis 6:5) en dit deed Hem veel verdriet, want Hij hield veel van de mensen (Johannes 3:16). Als God niet ingreep, zouden deze mensen verloren gaan. God besloot om in te grijpen, en dit kostte Hem een hoge prijs. Eén van de drie-eenheid, Jezus, besloot om naar de aarde te gaan om te leven als een mens.

‘Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had. Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast, maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens.’ (Filippenzen 2:5-7, NBV)

De Here Jezus was op aarde gekomen en hoe dit gebeurde lezen wij in het boek Lukas, waarin een vrouw, genaamd Maria, een boodschap van een engel kreeg:

En de engel zei tegen haar: Wees niet bevreesd, Maria, want u hebt genade gevonden bij God. En zie, u zult zwanger worden en een Zoon baren en u zult Hem de Naam Jezus geven. Hij zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, en God, de Heere, zal Hem de troon van Zijn vader David geven, en Hij zal over het huis van Jakob Koning zijn tot in eeuwigheid en aan Zijn Koninkrijk zal geen einde komen.’ (Lukas 1:30-33)

Tijdens de eerste komst komt Jezus uit de baarmoeder van een vrouw. De Heilige Geest heeft voor de bevruchting van Maria gezorgd (dit is tot stand gebracht door het scheppingswerk van God) en vervolgens maakte Jezus hetzelfde leven mee als een mens. Hij groeide op in de baarmoeder, werd geboren (Lukas 2:6-7), groeide op als baby, peuter, kleuter, tiener, jongvolwassene totdat Hij een volwassen persoon werd met een baan (Markus 6:3). De Here Jezus weet precies hoe het menselijk leven eruitziet en welke verleidingen en zorgen een mens meemaakt. Alleen deed de Here Jezus iets wat alle andere mensen niet konden, namelijk: niet zondigen. Terwijl de Here Jezus op aarde rondliep, deed Hij niets verkeerd (Hebreeën 4:15). Hij werd op aarde verzocht, maar gaf hier geen gehoor aan. De Here Jezus besloot om niet te zondigen in Zijn leven en is in Zijn leven gehoorzaam geweest aan God de Vader. Rond Zijn dertigste jaar begon Jezus met het verkondigen van Gods evangelie en riep Hij de mensen op om tot inkeer te komen en zei Hij dat het koninkrijk van de hemel nabij is gekomen. (Mattheüs 4:17) Terwijl Hij dit drie jaar deed, gebeurde het ene wonder na het andere: mensen werden genezen en bevrijd en bijzondere gebeurtenissen vonden plaats.

Maar hier bleef het niet bij. Jezus is ook de Zoon van God en Hij is op aarde gekomen om te verkondigen dat alleen door Hem mensen worden verzoend met God de Vader. In één van Zijn preken zei Hij: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij.’ (Johannes 14:6). Aangezien de hele mensheid slecht is (Romeinen 3:12), kan niemand uit eigen kracht bij God in de hemel komen en daarom is de Here Jezus onze enige mogelijkheid om bij God te komen. Alleen door ons te houden aan Zijn geboden en bepalingen is de weg naar God voor ons open. In de Bijbel staan de onderwijzingen van Jezus en staat precies wat wij moeten doen om verzoend te worden met God en dat is in Jezus geloven, Hem vertrouwen en Hem gehoorzamen (Hebreeën 5:9). De weg naar God is door Jezus vrijgemaakt en er is maar één weg daarnaartoe, Jezus Christus.

De prijs voor die weg was voor God de Vader en Jezus Christus ontzettend duur. Dit kon alleen tot stand worden gebracht als Jezus een aards leven leidt waarin Hij niet zondigt en vervolgens wordt vastgenageld aan een kruis. Het kruis is één van de gruwelijkste martelwerktuigen die in het Romeinse Rijk werd ingezet voor de ergste misdadigers.

De Here Jezus wist al geruime tijd van tevoren wat Hem te wachten stond. Nadat Hij Pesach had gevierd met zijn discipelen ging Hij naar Getsemane om te bidden tot God. Tijdens het bidden wordt duidelijk dat Hij angstig is en liever ‘de beker aan zich voorbij laat gaan’. Lukas vermeldt dat Hij door de angst bloed zweette en dat Hij in doodsangst verkeerde (Lukas 22:44). Ook bad Hij tot God: ‘Vader, als U wilt, neem deze drinkbeker van Mij weg; maar laat niet Mijn wil, maar de Uwe geschieden.’ (Lukas 22:42). Vervolgens werd Hij gearresteerd en Zijn volgelingen vluchtten van Hem weg. Hij was helemaal alleen in Zijn moeilijkste tijd en werd geleid naar Pilatus, waar Hij vals beschuldigd werd. Terwijl Jezus niets verkeerd had gedaan, werd Hij veroordeeld tot geseling en de dood door het kruis. Het geselen werd gedaan door Romeinse soldaten en wordt beschouwd als zeer bloedig. De Romeinen hadden hun gesels ontworpen zodat ze extra hard aankwamen en veel huid van de gegeselde meenam. Overal op het lichaam van Jezus waren striemen te zien en Hij had flink gebloed. Jezus zag er niet meer uit als een mens (Jesaja 52:14). Zonder medische hulp konden deze geselingen binnen een paar dagen dodelijk aflopen. Nadat Hij was gegeseld, moest Hij Zijn eigen kruis dragen naar een heuvel buiten Jeruzalem. Op Zijn rug, vol met striemen en bloed, werd de dwarsbalk van het kruis gelegd en Hij liep naar de heuvel Golgotha. Hij was zo toegetakeld dat Hij niet meer uit eigen kracht het kruis kon dragen, waarna Simon van Cyrene het kruis overnam en Jezus volgde naar Golgotha (Lucas 23:26). Totaal verwoest en met een kapotte huid werd Jezus aan het kruis genageld, waarna het kruis overeind werd gehaald. Jezus, de Zoon van God, hing buiten Jeruzalem aan een kruis. De Romeinse staatsman Cicero omschreef het kruisigen als ‘de meest wrede en weerzinwekkende doodstraf die ik ken’. Doordat de armen van Jezus gespreid waren en Hij geen goede steun had voor Zijn voeten, hing Hij voorovergebogen aan het kruis, waardoor Hij geen lucht kreeg. Bij elk hapje lucht moest Hij Zijn lichaam oprichten, wat ontzettend pijn deed aan al zijn spieren en gewrichten. Uiteindelijk was de Here Jezus zo vermoeid dat dat niet meer lukte, waardoor Hij waarschijnlijk stikte. En dan te beseffen dat de Here Jezus op ieder moment twaalf legioenen engelen kon oproepen om Hem te redden van het kruis (Mattheüs 26:53), maar Hij besloot dat niet te doen uit liefde voor ons.

Het was voor God niet goedkoop om ons te bevrijden van de zonde en van de hel. Hij heeft Zijn enige Zoon naar de wereld gezonden om de macht van de zonde te breken en voor onze plaats de zonde te dragen. Hierdoor hoeft geen mens verloren te gaan en mag iedereen terugkeren bij God, door te geloven in de Here Jezus.

Nadat de Here Jezus stierf aan het kruis werd hij in een graftombe gelegd en werd een grote steen bij de ingang gerold (Mattheüs 27:60). Het graf werd verzegeld en er hielden bewakers de wacht, zodat niemand het lichaam kon stelen. Jezus heeft Zijn leven op aarde geleefd van de kribbe tot het graf en heeft daardoor alles meegemaakt wat een mens kan meemaken, alleen zonder te zondigen.

Doordat de Here Jezus nooit heeft gezondigd, heeft de dood geen grip op Hem. De dood is het loon van de zonde (Romeinen 6:23) en aangezien Jezus nooit heeft gezondigd, kan de dood Hem niet vastpakken. Hierdoor kon de Here Jezus, met de kracht van Gods Geest, opstaan uit de dood! Vervolgens liet Jezus zich zien aan verschillende mensen, waaronder Maria, de discipelen en de Emmaüsgangers en zij zagen dat Hij leeft. Hierna steeg de Here Jezus op in de wolken en nam Hij plaats aan de rechterhand van God de Vader. Door het werk van de Here Jezus is de weg naar God de Vader hersteld. Iedereen die in de Here Jezus geloofd en op Hem vertrouwd mag gebruik maken van het werk van Jezus. Iedereen die geloofd zal voor eeuwig bij God leven.

Heilige Geest

Voordat de Here Jezus de aarde verliet, deed Hij een belofte aan Zijn discipelen.

En toen Hij (Jezus) met hen (de discipelen) samen was, beval Hij hun dat zij niet uit Jeruzalem weg zouden gaan, maar de belofte van de Vader zouden verwachten, die u, zei Hij, van Mij gehoord hebt; want Johannes doopte wel met water, maar u zult met de Heilige Geest gedoopt worden, niet lang na deze dagen.’ (Handelingen 1:4-5)

De discipelen werden na de hemelvaart van Jezus gedoopt met de Heilige Geest. De Heilige Geest is niet zomaar een kracht of wezen, maar maakt onderdeel uit van de drie-eenheid van God en is daardoor God. Dit betekent dat de discipelen gedoopt werden met God en God voor altijd in hun binnenste zou blijven. Nadat Jezus werd opgenomen in de hemel gingen de discipelen terug naar Jeruzalem naar een bovenvertrek waar zij zich vurig en eensgezind wijdden aan het gebed (Handelingen 1). Op de pinksterdag waren zij bij elkaar en werden vervuld met de Heilige Geest.

En toen de dag van het Pinksterfeest vervuld werd, waren zij allen eensgezind bijeen. En plotseling kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en dat vervulde heel het huis waar zij zaten. En aan hen werden tongen als van vuur gezien, die zich verdeelden, en het zat op ieder van hen. En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen te spreken in andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken.’ (Handelingen 2:1-4)

De mensen in het huis waren vervuld met de Heilige Geest, waardoor zij in vreemde talen begonnen te spreken. Tijdens deze Pinksterdag waren veel Joden uit veel gebieden van de wereld in Jeruzalem en zij konden de vervulde mensen in hun eigen moedertaal horen spreken. Wat een groot wonder van God! Vanaf deze dag woont God in de mensen! Maar was de Heilige Geest alleen bedoeld voor deze selecte groep mensen of kan de Heilige Geest iedereen vervullen?

Nadat de discipelen waren vervuld met de Heilige Geest nam één van hen, Petrus, het woord (Handelingen 2:14-40). Petrus sprak de Joden en inwoners van Jeruzalem toe en legde het evangelie van God uit en verkondigde dat Jezus Christus is opgestaan uit de dood. Vervolgens vertelde Petrus wat zij moesten doen om gered te worden.

En Petrus zei tegen hen: Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen. Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen die veraf zijn, zovelen als de Heere, onze God, ertoe roepen zal.’ (Handelingen 2:38-39)

De belofte van de Geest is voor iedereen die God roepen zal. Dit geldt voor mij, voor jou en voor ieder ander mens op deze wereldbol. Betekent dit dat iedereen de Heilige Geest heeft ontvangen? Nee. God stelt een voorwaarde en dat is: ‘bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus’. Als je dit hebt gedaan dan zul je de Heilige Geest ontvangen. Wat een grote genade van God! De Heilige Geest ontvang je op het moment dat je tot geloof bent gekomen en je hebt besloten Jezus te volgen. Vanaf dan is de Heilige Geest als een zegel op jouw leven gedrukt (Efeze 1:13-14) en de Heilige Geest blijft in jou tot in eeuwigheid (Johannes 14:16). Het is belangrijk om de Heilige Geest niet uit te blussen (1 Thessalonicenzen 5:19) door Hem te negeren in jouw leven en Hem geen ruimte te geven om te bewegen. Het is onze ‘taak’ om steeds meer vervuld (en gedoopt) te worden met de Heilige Geest. Het moet ons verlangen zijn om steeds meer van God te ervaren, zoals staat in Efeze 5:18: ‘En word niet dronken van wijn, waarin losbandigheid is, maar word vervuld met de Geest.’ Word vervuld met de Geest moeten wij, volgens de grondtekst, lezen als een continu proces om ons te vervullen met Gods Geest. Elke dag opnieuw. De Heilige Geest blijft voor altijd in ons, maar dit betekent niet ‘eens gered, altijd gered’. Als wij tot geloof komen en daarna het geloof de rug toekeren, betekent dit niet dat wij zijn gered omdat we op één moment in ons leven tot geloof zijn gekomen. Dit zien wij bijvoorbeeld terug in het boek Hebreeën.

maar vermaan elkaar elke dag, zolang men van een heden kan spreken, opdat niemand van u verhard zal worden door de verleiding van de zonde. Want wij hebben deel aan Christus gekregen, als wij tenminste het beginsel van de vaste grond van het geloof tot het einde toe onwrikbaar vasthouden.’ (Hebreeën 3:12-14)

Het is onze taak, met de hulp en kracht van God, om te volharden tot het einde en het geloof tot het einde toe vast te houden. Maar waarom hebben wij de Heilige Geest nodig? In de Bijbel staan een aantal taken die de Heilige Geest in een gelovige doet. In de eerste plaats is de Heilige Geest aan ons gegeven om ons te laten zien wie Jezus was en is. De Heilige Geest wijst altijd op Jezus. Daarnaast doet de Heilige Geest het volgende:

  • De Geest zelf getuigt met onze geest dat wij kinderen van God zijn.’ (Romeinen 8:16)
  • Hij bidt voor ons en leidt ons in onze gebeden (Romeinen 8:26).
  • Hij leidt ons de weg, waardoor onze vruchten toenemen (Galaten 5:18).
  • Hij troost en helpt ons (Johannes 14:16).
  • Hij geeft ons genadegaven om anderen te helpen en hun geloofsleven te versterken (1 Korinthe 12).
  • Hij onderwijst ons en herinnert ons aan de Here Jezus (Johannes 14:26).
  • Hij helpt ons om steeds meer op Jezus te lijken (2 Korinthe 3:18).

Wij hebben allemaal de Heilige Geest nodig om te wandelen in de wegen van Jezus. De Heilige Geest is een gentleman, dat inhoudt dat Hij nooit ruimte in onze binnenste ‘inpikt’. De Heilige Geest is een persoonlijke God en wil alleen in ons werken als wij dat toelaten. Daarom roept Paulus ons op: ‘Wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen.’ (Galaten 5:16). Het is onze eigen keuze om te wandelen in de Geest of te wandelen in het vlees, alleen is de uitkomst van het wandelen in de Geest veel mooier dan de uitkomst van het wandelen in het vlees.

Leren autorijden kan best lastig zijn. In Nederland moet je eerst een rijexamen en theorie-examen halen voordat je de weg op mag. Om de theorie te halen moet je veel studeren. Je moet de boeken doorlezen, oefenexamens maken en leren wat de verkeersborden betekenen. Tijdens de rijlessen krijg je hulp van de rijleraar en de rijleraar grijpt in als het mis dreigt te gaan. Daarnaast krijg je steeds meer vrijheid van de rijleraar om zelf de auto te bestuderen. Als je een leven leidt zonder de Heilige Geest, dan probeer je de weg op te gaan na het bestuderen van de theorieboeken. Je denkt het te weten, maar als je eenmaal wilt wegrijden, slaat de motor af. Het is erg moeilijk om zonder hulp van de rijleraar geen brokken op de weg te maken. Christenen die de Bijbel bestuderen en niet hun leven laten leiden door de Heilige Geest lijken op degenen die alleen de theorieboeken doorlezen. Je maakt het jezelf onnodig lastig. Je hebt ook mensen die alleen gebruik maken van de rijleraar en niet hun theorieboek doorlezen. Zij leren hoe zij de auto kunnen bestuderen, maar weten niet wat de verkeersborden langs de weg betekenen. Continu zegt de rijleraar: ‘Je mag hier niet in, je mag hier niet parkeren, je mag maar 80 kilometer per uur.’ Ook dit is niet optimaal. Zo zijn er christenen die nooit de Bijbel lezen en alleen op de Heilige Geest vertrouwen. Ook dan maak jij het jezelf onnodig lastig. De juiste weg is zowel het bestuderen van de theorieboeken als het luisteren naar de rijleraar. Zo is het voor ons belangrijk om de Bijbel te bestuderen en ons leven te laten leiden door de Heilige Geest. Het mooie is: de Heilige Geest en de Bijbel vullen elkaar altijd aan!

Genadetijd

Nadat alle aanwezigen van de Pinksterdag de Heilige Geest ontvingen, verkondigden zij het woord aan de mensen in Jeruzalem. Er werden steeds meer mensen bereikt met het evangelie van God, waardoor steeds meer mensen de Here Jezus gingen volgen. Van Jeruzalem ging het evangelie naar de meeste plekken van de wereld en met onze technologische ontwikkelingen van de 21ste eeuw duurt het niet lang voordat iedereen op aarde is bereikt met het goede nieuws. In de tijd tussen Pinksteren en de opname van de gemeente heeft God een soort pauze ingelast, waardoor wij in verwachting leven naar de volgende agendapunt van Gods kalender, de opname van de gemeente.

Soms vind ik het leuk om een serie te kijken. Een serie heeft verschillende seizoenen en de seizoenen hebben meerdere afleveringen. De producer van een serie maakt één seizoen en zendt dit uit op de televisie en de streamingsdiensten. Als het een goede serie is krijgt deze serie fans die graag meer seizoenen willen zien, waardoor de producer aan de slag gaat met een tweede seizoen. De fans moeten wachten tot het tweede seizoen is gemaakt en wordt uitgezonden. Eigenlijk is de wereld vandaag in een periode tussen twee seizoenen. Wij lezen de Bijbel en zien de geweldige dingen die God heeft gedaan. Daarnaast weten wij dat God binnenkort zijn werk gaat afmaken en Hij begint met de volgende stappen van Zijn tijdlijn. Wij wachten op het moment dat God verder gaat met Zijn tijdlijn en het vervolg van de ‘serie’ gaat beginnen.

Vandaag leven wij in de genadetijd. Dit houdt in dat iedereen die in Jezus gelooft wordt gered. De genade van God en Jezus is gratis en enkel tot geloof worden wij gered. Tijdens deze genadetijd is de kerk een belangrijk onderdeel. Wij mogen als broeders en zusters met elkaar samenkomen in de kerk en maken samen God groot. In het boek Openbaring, dat spreekt over de laatste tijd op aarde, neemt de kerk in het begin van het boek een bijzondere positie in. Johannes moest aan zeven gemeenten (kerken) brieven schrijven waarin hij opschreef hoe de Here Jezus over die gemeenten dacht. De Here Jezus vertelde wat Hij goed vond aan de gemeente en waarin deze moest veranderen. In de eerste plaats waren deze gemeenten echte gemeenten die in de tijd van Johannes bestonden en in de tweede plaats staan deze gemeenten symbool voor de verschillende tijdvakken van de gemeente in de toekomst. Deze gemeenten staan beschreven in de hoofdstukken 2 en 3 van het boek Openbaring. Het voert voor deze studie te ver om deze gemeenten te bestuderen en wij staan alleen stil bij het feit dat Openbaring hoofdstuk 2 en 3 laat zien dat in de genadetijd de gemeente een belangrijk orgaan is. Het bijzondere is dat vanaf de Pinksterdag er altijd een gemeente is geweest! En er komt een moment dat géén (goede) gemeente zal overblijven, aangezien iedere zoon of dochter van God wordt opgenomen tijdens de opname van de gemeente. Wel blijft een ‘rest’ gemeente over met lauwe christenen die de opname van de gemeente hebben gemist. Na de opname van de gemeente komen nieuwe volgelingen die hun leven aan Jezus geven. Alleen zullen deze volgelingen het enorm zwaar krijgen door een wereldwijde christenvervolging, waardoor zij worden opgepakt en gedood. De gemeente die wij vandaag kennen zal niet (of nauwelijks) bestaan in de grote verdrukking.

De genadetijd is de tijd dat God voornamelijk bezig is met Zijn gemeente. Na de genadetijd zal God omzien naar Zijn volk van het oude testament, Israël. Vandaag zien wij dat God Israël steeds meer in ere herstelt met als hoogtepunt het jaar 1948 waarin Israël, na bijna tweeduizend jaar, mocht terugkeren naar hun beloofde land in het Midden-Oosten. Terwijl Gods focus vandaag op de gemeente ligt, zal deze tijdens de grote verdrukking op Israël liggen waarbij heel Israël zalig zal worden. Deze gebeurtenis heeft Paulus ons meegedeeld in de Romeinenbrief.

Want ik wil niet, broeders, dat u geen weet hebt van dit geheimenis (opdat u niet wijs zou zijn in eigen oog), dat er voor een deel verharding over Israël is gekomen, totdat de volheid van de heidenen is binnengegaan. En zo zal heel Israël zalig worden, zoals geschreven staat: De Verlosser zal uit Sion komen en zal de goddeloosheden afwenden van Jakob.’ (Romeinen 11:25-26)

In Romeinen 11 legt Paulus uit dat God Israël niet heeft verstoten en als argumentatie geeft hij zijn eigen leven. Was Paulus niet een Jood? En Paulus is toch geroepen door God? Ook vandaag zien wij mesiasbelijdende Joden. Dit zijn mensen die van geboorte Jood zijn en de Here Jezus volgen, ook al is dit een minderheid van het Joodse volk. In de genadetijd zal dit een minderheid blijven, maar nadat de volheid van de heidenen (de niet-Joden) is binnengegaan (de opname), zal God verdergaan met het Joodse volk, waar De grote verdrukking en Achtergebleven op aarde op ingaan.

De opname van de gemeente

In deze paragraaf bestuderen wij kort wat de opname van de gemeente inhoudt, zodat wij een goed beeld hebben hoe de tijdlijn van God eruitziet. 1 Thessalonicenzen 4:16-17 spreekt duidelijk over de opname en hoe deze plaatsvindt. De opname is nog niet gebeurd en is daardoor een toekomstige gebeurtenis die elk moment kan plaatsvinden.

‘Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem van een aartsengel en met een bazuin van God neerdalen uit de hemel. En de doden die in Christus zijn, zullen eerst opstaan. Daarna zullen wij, de levenden die overgebleven zijn, samen met hen opgenomen worden in de wolken, naar een ontmoeting met de Heere in de lucht. En zo zullen wij altijd bij de Heere zijn.’ (1 Thessalonicenzen 4:16-17)

Zie, ik (Paulus) vertel u een geheimenis: Wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, bij de laatste bazuin. Immers, de bazuin zal klinken en de doden zullen als onvergankelijke mensen opgewekt worden, en ook wij zullen veranderd worden.’ (1 Korinthe 15:51-52)

In het boek Thessalonicenzen lezen wij dat de Here Jezus de doden die in Christus zijn roept en dat zij zullen opstaan. Na dit moment zullen de levende christenen opgenomen worden in de wolken en zullen wij de Here Jezus ontmoeten in de lucht. Het boek Korinthe voegt hieraan toe dat de doden en de levenden een onvergankelijk (onsterfelijk) lichaam krijgen en dat hun huidige lichaam in een oogwenk veranderd wordt naar een onvergankelijk lichaam.

De opname van de gemeente is het moment dat de Here Jezus ons (de christenen) roept, ons lichaam veranderd wordt naar een onvergankelijk lichaam, wij in een oogwenk worden opgenomen in de lucht en voor altijd bij de Here Jezus zullen zijn. In het volgende hoofdstuk gaan wij hier dieper op in.

Wanneer de opname van de gemeente gebeurt weet niemand. Er zijn miljoenen christenen op aarde en op een dag zal het gebeuren dat zij verdwijnen. De een rijdt een auto, de ander ligt te slapen en weer een ander is boodschappen aan het doen. Ik vraag mij af ‘wat is een leuk moment om opgenomen te worden?’ En ik kom tot de conclusie dat dit het moment moet zijn dat ik samen met vrienden verstoppertje speel. Ik weet wel wie er dan gaat winnen…

De grote verdrukking

Nadat de Here Jezus Zijn volgelingen heeft opgenomen, vindt een verschrikkelijke periode plaats op aarde. God gaat in deze periode de aarde oordelen en Gods toorn wordt uitgestort op de inwoners van de aarde. Daarnaast beschermt God Zijn volk Israël en zal het hele volk Israël behouden worden. De Here Jezus zei het volgende over deze periode:

Want dan zal er een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is vanaf het begin van de wereld, tot nu toe, en zoals er ook nooit meer zijn zal.’ (Mattheüs 24:21)

Het zal een verdrukking zijn die nog nooit heeft plaatsgevonden. Tijdens de geschiedenislessen worden verschrikkelijke periodes geleerd. Denk aan de wereldoorlogen, de burgeroorlogen in de Sovjet-Unie en China en de kruistochten van de Europeanen. Denk aan de hongersnoden, de natuurrampen, de corruptie en misleiding van bepaalde regeringen en de vervolging die christenen meemaken in Noord-Korea, Afghanistan, Somalië, Libië en Pakistan. Vandaag is de wereld op veel plekken ‘kapot’ en dan zegt de Here Jezus ‘Want dan zal er een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is vanaf het begin van de wereld, tot nu toe, en zoals er ook nooit meer zijn zal.De grote verdrukking doet al het andere verbleken en zal een verschrikkelijke periode vol met oorlogen, natuurrampen en narigheid zijn.

De wederkomst van Christus

In deze paragraaf gaan wij beperkt in op de wederkomst van Christus.

Nadat de zeven jaar van de grote verdrukking voorbij zijn grijpt de Here Jezus in. Hij komt samen met de heiligen naar de aarde. Na Zijn eerste komst uit een vrouw en Zijn ‘tussenkomst’ om zijn volgelingen op te halen, is het nu tijd dat Jezus op de aarde komt om als koning te regeren over alle volken tijdens het duizendjarig vrederijk. Tijdens Zijn eerste komst kwam Hij om te dienen en te lijden, terwijl Hij bij Zijn tweede komst komt om te regeren. Hij Zal Zijn voeten op de Olijfberg zetten, dat zich dicht bij Jerusalem bevindt.

Op die dag zullen Zijn voeten staan op de Olijfberg, die voor Jeruzalem ligt, ten oosten ervan. Dan zal de Olijfberg in tweeën gespleten worden naar het oosten en naar het westen. Er zal een zeer groot dal ontstaan, als de ene helft van de berg naar het noorden zal wijken en de andere helft ervan naar het zuiden.’ (Zacharia 14:4)

De Here Jezus komt naar de aarde om de duivel, zijn demonen en iedereen die de duivel dient te verslaan en een 1000-jarig vrederijk te stichten waarin Hij koning is. Iedereen op aarde zal de Here Jezus zien komen op de wolken, terwijl dit niet het geval is bij de opname van de gemeente. Als het al niet duidelijk was, weet nu iedereen dat de Here Jezus leeft en alle macht heeft.

Zie, Hij komt met de wolken, en elk oog zal Hem zien, ook zij die Hem doorstoken hebben. En alle stammen van de aarde zullen rouw over Hem bedrijven. Ja, amen.’ (Openbaring 1:7)

Het duizendjarig vrederijk

Tijdens het duizendjarig vrederijk regeert de Here Jezus samen met Zijn volgelingen op aarde. De duivel is voor duizend jaar gebonden en de aardbewoners moeten de Here Jezus gehoorzamen. Er breekt een tijd van rust en vrede uit en de mensen voeren geen oorlog tegen elkaar. Jezus spreekt recht vanuit Jeruzalem en alle volken moeten Hem eer bewijzen. Naast de mensen heeft de aarde rust. Woestijnen zullen bloeien als een roos en de klimaatcrisis is door de Here Jezus opgelost. Toch komt aan deze tijd een einde, omdat de duivel na duizend jaar wordt losgelaten en de mensen misleidt om oorlog te voeren tegen de heiligen van Israël. De Here Jezus vernietigt de mensen die oorlog voeren en de aardtijd is voorbij.

En ik zag een engel neerdalen uit de hemel met de sleutel van de afgrond en een grote ketting in zijn hand. En hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en bond hem voor duizend jaar, en wierp hem in de afgrond, en sloot hem daarin op en verzegelde die boven hem, opdat hij de volken niet meer zou misleiden, totdat de duizend jaar tot een einde gekomen zouden zijn. En daarna moet hij een korte tijd worden losgelaten. En ik zag tronen, en zij gingen daarop zitten, en het oordeel werd hun gegeven. En ik zag de zielen van hen die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het Woord van God, en die het beest en zijn beeld niet hadden aanbeden, en die het merkteken niet ontvangen hadden op hun voorhoofd en op hun hand. En zij leefden en gingen als koningen regeren met Christus, duizend jaar lang.’ (Openbaring 20:1-4)

Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde

Als de opname in deze eeuw plaatsvindt, duurt de periode dat de mens op aarde is 7.000 jaar. 6.000 jaar zijn voorbij en het vrederijk duurt 1.000 jaar. In deze 7.000 jaar is veel gebeurt en 99% van de geschiedenisverhalen kennen wij geeneens! Toch valt deze 7.000 jaar in het niets als wij het gaan vergelijken met de tijd die de nieuwe hemel en nieuwe aarde gaan duren. Deze tijd duurt eeuwig, dat inhoudt dat niets na deze tijd komt. Wij blijven voor eeuwig op de nieuwe aarde. De Bijbel spreekt niet veel over deze tijd en met een pen kan ik (en ook Johannes die hierover geschreven heeft) niet omschrijven hoe deze tijd zal zijn. Eén ding weet ik wel: het is beter dan wij ons kunnen voorstellen! Laten wij de belangrijkste teksten lezen over deze tijd.

En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan. En de zee was er niet meer. En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, neerdalen van God uit de hemel, gereedgemaakt als een bruid die voor haar man sierlijk gemaakt is. En ik hoorde een luide stem uit de hemel zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan. En Hij Die op de troon zit, zei: Zie, Ik maak alle dingen nieuw. En Hij zei tegen mij: Schrijf, want deze woorden zijn waarachtig en betrouwbaar. (…) Wie overwint, zal alles beërven, en Ik zal voor hem een God zijn en hij zal voor Mij een zoon zijn. Maar wat betreft de lafhartigen, ongelovigen, verfoeilijken, moordenaars, ontuchtplegers, tovenaars, afgodendienaars en alle leugenaars: hun deel is in de poel die van vuur en zwavel brandt. Dit is de tweede dood.’ (Openbaring 21:1-8)

Johannes heeft deze openbaring gekregen en zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. God maakt alles nieuw. Vandaag leven wij in een wereld die vergankelijk (sterfelijk) is. Het gras sterft, de bomen sterven, de bloemen sterven en haar bewoners komen te overlijden. Dit geldt niet alleen voor de aarde maar ook voor de hemel. Hierbij wordt niet de hemel bedoeld waar God is, maar de blauwe lucht en het heelal. Ook de sterren gaan langzaam dood en zijn vergankelijk. God haalt alles weg en begint met een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.

Maar de hemelen die er nu zijn, en de aarde, zijn door hetzelfde Woord als een schat weggelegd en worden voor het vuur bewaard tot de dag van het oordeel en van het verderf van de goddeloze mensen. (…) Dan zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan en de elementen brandend vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen verbranden. (…) Maar wij verwachten, overeenkomstig Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont.’ (2 Petrus 3:7-13)

De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen zeker niet voorbijgaan.’ (Mattheüs 24:35)

Wij gaan kijken naar zaken die er wel of niet zijn in de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde.

De zee verdwijnt
De zee zal er niet meer zijn. De zee is onrustig en continu slaan de golven op het strand. Ik vind de zee en het strand mooi om te zien, vooral als het zonsondergang is en de zon in de zee verdwijnt. Aan de ene kant vind ik het jammer dat ik, na het vrederijk, nooit meer de zee zie. Aan de andere kant weet ik dat God er iets mooiers voor teruggeeft. De reden waarom de zee niet meer bestaat staat in het boek Jesaja.

Maar de goddelozen zijn als een opgezweepte zee, want die kan niet tot rust komen, en zijn water woelt modder en slijk op.’ (Jesaja 57:20)

De zee is een afspiegeling van de goddelozen en de onrust. Op de nieuwe aarde zijn er alleen rechtvaardigen en is er een eeuwigdurende rust. In dit beeld is er geen ruimte voor de zee. Daarnaast is de zee een overblijfsel van het oordeel en de zondvloed (Genesis 6-9). Terwijl Noach en zijn familie de ark in gingen, begon het te regenen. De waterhemel stortte zich neer op aarde en het water onder de aarde spoot omhoog. Dit zorgde ervoor dat elke berg en al het land onder water verdween. Uiteindelijk zakte het water waardoor Noach de ark kon verlaten, maar veel van het water is overgebleven en vormen onze zeeën en oceanen.

In het zeshonderdste levensjaar van Noach, in de tweede maand, op de zeventiende dag van de maand, op die dag zijn alle bronnen van de grote watervloed opengebarsten en de sluizen van de hemel opengezet. En er was regen op de aarde, veertig dagen en veertig nachten.’ (Genesis 7:11-12)

God woont bij de mensen
Ook in deze tijd zal God bij de mensen wonen. Wij hoeven nooit meer afgescheiden van God te leven! Wij worden bestempeld als de zonen en dochters van God. Dit laat zien dat wij God als onze Vader mogen aanroepen en dat wij een intieme relatie met Hem hebben. Dit geldt niet alleen voor de toekomst, maar ook voor vandaag (1 Johannes 3:1-2). Helaas kunnen vaders op aarde niet goed zijn. Het scheelt enorm of jij een goede of slechte vader hebt gehad tijdens jouw jeugd. Wij mogen weten dat God de beste Vader is die bestaat. Als er staat dat God al onze tranen zal afwissen, laat dit zien dat God een liefdevolle Vader is die om ons geeft. Wij mogen een relatie aangaan met onze liefdevolle Vader en met alle rechtschapen broeders en zusters om ons heen. Dit is zowel toekomstgericht als vandaag, ook al maken broeders en zusters vandaag nog fouten. Het zal een goede en rechtvaardige familie zijn.

Geen ongemakken
Kan jij je het voorstellen dat er geen dood meer is, geen rouw, geen jammerklacht en geen moeite? Toch gaat deze tijd komen! Dit is een belangrijk verschil tussen de nieuwe aarde en het duizendjarig vrederijk. Tijdens het vrederijk is er nog sterfelijkheid en tijdens de nieuwe aarde is er onsterfelijkheid. Alles komt goed! Het verdriet van de huidige aarde gaat voorbij en alles wordt nieuw.

Gods gerechtigdheid
Alles op de nieuwe aarde straalt Gods gerechtigdheid uit. Geen oorlog, geen pijn, geen onderdrukking, geen goddeloosheid en geen leugenaars. Alle onrecht is weg en iedereen die onrecht heeft bedreven zal niet op de nieuwe aarde komen. Alleen de rechtvaardigen (lees: degene die door de Here Jezus rechtvaardig zijn gemaakt) komen op de nieuwe aarde.

De stad Jeruzalem
In de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde zal een stad zijn. Niet zomaar een gewone stad zoals wij die vandaag om ons heen zien, maar een heilige stad die van God afkomstig is. Dit is het nieuwe Jeruzalem en bezit kenmerken van de gemeente van Christus en het volk van Israël. Johannes probeerde deze stad in Openbaring 21 en 22 uit te beelden, alleen is dat voor hem erg moeilijk, want waarmee moet je deze stad vergelijken? De stad laat zien dat God erin woont en dat God het licht voor de stad is. Gods gerechtigheid straalt over de stad en er is geen plek voor alles wat verwerpelijk is en iedereen die zich inlaat met gruwelijke dingen en leugens.

Ik wil deze paragraaf afsluiten met een gelijkenis van Paulus. Ik kan nooit vertellen hoe de nieuwe hemel en aarde eruitzien en in deze paragraaf hebben wij enkel de hoofdlijnen behandeld van Openbaring 21:1-8. Paulus vergelijkt het hemelse als volgt:

Als u iets zaait, moet dat eerst sterven voordat het tot leven kan komen. En wat u zaait heeft nog niet de vorm die het later krijgt; het is nog maar een naakte korrel, een graankorrel misschien of iets anders. God geeft daaraan de vorm die hij heeft vastgesteld, en hij geeft elke zaadkorrel zijn eigen vorm. Elk aards lichaam is anders; het lichaam van een mens is enig in zijn soort, dat van een dier eveneens, dat van een vogel ook, en ook dat van een vis. Er zijn lichamen aan de hemel en lichamen op aarde, maar de schittering van een hemellichaam is anders dan die van een aards lichaam. De zon heeft een andere schittering dan de maan, de maan weer een andere dan de sterren, en de sterren onderling verschillen ook in schittering. Zo zal het ook zijn wanneer de doden opstaan. Wat in vergankelijke vorm wordt gezaaid, wordt in onvergankelijke vorm opgewekt, wat onaanzienlijk en zwak is wanneer het wordt gezaaid, wordt met schittering en kracht opgewekt.’ (1 Korinthe 15:35-43)

In dit leven zien wij er misschien uit als een ‘naakte graankorrel’ en als wij worden opgewekt worden wij opgewekt in schittering en kracht. Je kan een graankorrel niet vergelijken met het graan en tarwe dat eruit voortkomt, zo kan je ook onze huidige leven en leefwereld niet vergelijken met wat komen gaat. Eén ding weet ik wel: Het zal mooier zijn dan wij ooit kunnen bedenken.

Samenvatting Gods tijdlijn

God heeft een tijdlijn gemaakt voor de gebeurtenissen op aarde. Vandaag leven wij in de genadetijd en binnenkort verwachten wij de opname van de gemeente. Na de opname van de gemeente komt de grote verdrukking, dat wordt afgesloten met de wederkomst van Christus. Jezus is de koning tijdens het duizendjarig vrederijk en hierna komt de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.

Dit hoofdstuk staat in het boek De opname en wederkomst. Lees nu direct dit boek, zodat jij niets mist over de eindtijd, leeft in verwachting en je geloof wordt vergroot.

De opname van de gemeente is een bijzondere profetie uit het Woord van God. Door de vele theorieën en denkbeelden over deze gebeurtenis weten velen niet meer wat wel en wat niet Bijbels is. Timo Groot neemt jou mee in de Bijbelse gegevens over de opname en waarom de opname vandaag actueler is dan ooit tevoren. De opname is de hoop om te ontkomen aan de verschrikkelijkheden die op de aarde gaan gebeuren en is het moment dat de gemeente de Here Jezus van aangezicht tot aangezicht gaat zien in het vaderhuis van God. 

Lees ook: